- Home
- Presentaties
-
Verslagen
-
Verslagen overzicht
>
- 28. SDG's zetten gemeenten in beweging!
- 27. Money makes the world go green!
- 26. Duurzame Mobiliteit
- 25. Meat the Food Revolution
- 24. Wrap it Up! Duurzame verpakkingen
- 23. Van niche naar mainstream: Fair Fashion
- 22. Innovatie Van Valley of Death naar groot succes
- 21. Communicatie van duurzaamheid
- 20. Haalbare duurzame innovatie bij het MKB: Het wiel herpositioneren
- 19. Een nieuwe Beschaving?
- 18. Elektrisch vervoer in de stad
- 17. De (on)mogelijkheden van financiering van duurzame initatieven
- 16. De vechtmarkt die textielrecycling heet
- 15. Van niche naar Mainstream
- 13. Duurzaam wonen
- 12. Consumenteninzichten
- 11. duurzame voedselketens
- 10. Biologisch afbreekbaar plastic. De strijd voor minder soep.
- 9. Waar gaat de wereld heen
- 8. Alliander en duurzame energievoorziening
- 7. An ecobusiness is just like any other business or is it not?
- 6. Elektrische mobiliteit: een hype of de toekomst
- 5. over licht moet je niet lullen dat moet je zien
- 4. T-Mobile Nederland geeft primeur over MVO-beleid
- 3. Eerlijke prijs voor onze koffie
- 2. Redbeans 1e klimaatneutrale koffie
-
Verslagen overzicht
>
- Contact
15: Van niche naar Mainstream
(02-07-2012)
|
Afkeurmerken en de Sustainability Quotiënt
Na een warm welkom van Veronique Swinkels, gastvrouw van deze 15e editie van de Duurzaamheids Dialoog, trapt Wijnand Duyvendak de avond af.
Wijnand Duijvendak (o.a. Triple Turnaround & NL Duurzamer) schetst het bredere perspectief van de positie van ‘duurzaamheid’ in Nederland. In ons land ligt duurzaamheid inmiddels op één lijn met ‘het zelf doen’, wat past in een trend die al langere tijd in bredere samenleving aan de gang is. Alles wat er rondom duurzaamheid te doen is bereikt nauwelijks het politieke domein. Er wordt niet langer gewacht op de politiek of op de regelgeving om toe te werken naar duurzaamheid. De ‘duurzame golf’ zet zich voort, zelfs ondanks de crisis. Bedrijven zetten het op hun agenda, gemeentes werken naar een minder milieubelastend beleid en er zijn velen bewonersgroepen die samen iets ondernemen op het gebied van bijvoorbeeld duurzame energie. Maar alle losse initiatieven weten nog niet die breedte te bereiken die nodig is om daadwerkelijk onze impact op het milieu te verlagen. De vraag die voor ons ligt, stelt Wijnand, is: Hoe kunnen we vanuit de waarde van die initiatieven, zonder hun karakteristieken te veranderen, een bredere groep betrekken en de impact van de beweging uit te breiden naar economische en maatschappelijke invloed die ook voelbaar wordt op nationaal en internationaal bestuurlijk niveau. Dit is essentieel om echt een doorbraak te realiseren.
Jan Paul van Soest (de Groene Zaak) neemt het stokje over. Hij opent met de verrassende mededeling dat hij vanavond de partypooper is. Hij stelt: De impact van de mens is enorm. De tipping point zou zomaar bereikt kunnen zijn. En de effecten die het gevolg zijn van ons handelen, kunnen we niet op eenzelfde manier terugdraaien. Dit brengt zorgen en grote verantwoordelijkheden met zich mee. “Ik zie niet hoe al die mooie initiatieven kunnen leiden tot de verandering die nodig is”. Hij licht dit toe met de complexiteit van ons huidige systeem; Het emissiehandelsysteem zorgt ervoor dat als je hier een bijdrage levert, dat het ergens anders teniet wordt gedaan. Dat geldt bijvoorbeeld voor zonnepanelen. Daarom moeten we van de individuele acties en initiatieven de norm maken. We moeten van microperspectief naar macroperspectief. Maar wat kunnen we doen naast alle goede individuele initiatieven om de enorme macroverandering te realiseren.
En hoe staat het dan met de consument in dit verhaal? Hoe brengen we hen in beweging? Sibolt Mulder (TNS NIPO) laat zien dat dat lang niet eenvoudig is. De mens wordt geleid door gewoonten, emoties en impulsen. Als we gedrag willen veranderen moeten we de cirkel van routinegedrag doorbreken en aansluiten bij hun normen en waarden. Mensen zullen namelijk eerder gedrag vertonen wat al aansluit bij hun huidige gedrag. Maar men moet ook overtuigd zijn dat het nieuwe gedrag echt werkt. Bovendien moeten barrières die het gedrag bemoeilijken worden opgeruimd. Met andere woorden: een groeistrategie vereist een combinatie van deel strategieën.
We beginnen met de kleine groep die al zo goed bezig is, stelt Sibolt. Van hieruit kijken we of we meerdere schakels in een keten kunnen betrekken. Hiervoor moeten we mensen en partijen verleiden en samen tot oplossingen komen. Barrières moeten we zoveel mogelijk opheffen. Producent, inkoper, dienstverlener, adviescentrum, verkoper en handhaving moeten uiteindelijk op één lijn zitten. Als we niet naar deze ketensamenwerking gaan, wordt het streven van de ene partij altijd teniet gedaan door een andere partij. Dit organiseren is de klus waar we nu voor staan. Partijen die de keten het beste kunnen organiseren kunnen nieuwe ontwikkelingen echt mogelijk maken.
Na de drie presentaties volgt een scherpe recapitulatie: we stevenen af op een zogenaamde ‘ecocide’; de niet meer terug te draaien misdaad die we dreigen te begaan als het om het voortbestaan van onze huidige aarde gaat. Zo stelt Veronique Swinkels. De vraag waarmee zij de deelnemers in 5 groepen verdeelt luidt dan ook: Hoe voorkomen we dit en gaan we van niche (wat de duurzaamheidssector nog steeds is) naar mainstream (de duurzaamheidssectorals dominante factor in de totale economie en maatschappij)?
Iedere groep ging aan de slag met een van de onderdelen (financieel-economisch, regelgeving, infrastructuur, educatie, houding van de sector) waarvoor zij twee vragen beantwoordt: Tegen welke barrières lopen de individuele spelers aan? En: Welke collectieve veranderingen zijn nodig om deze barrières effectief aan te pakken? Hieronder de uitkomsten.
Financieel economisch
Het afkeurmerk
Als voorbeeld is het keurmerk voor fairtrade chocolade genomen. Het keurmerk dat eigenlijk in alle facetten van de voedselbranche terug te vinden is. Nu geldt een keurmerk voor chocolade als het ‘fair’ geproduceerd is. Deze ‘uitzondering’ moet de norm worden en de ‘slechte alternatieven’ moeten de uitzondering worden. We moeten van keurmerken naar ‘afkeurmerken’.
Regelgeving
Klein is het nieuwe groot
Moet regelgeving er zijn om koplopers te ondersteunen of om achterlopers bij de les te houden? Regelgeving moet in ieder geval innovatie stimuleren. De kleine initiatieven die overal opduiken kunnen worden gezien als het genieten van wat er mogelijk is. Daar tegenover staat dat bepaalde regels en verplichtingen nodig zijn, zeker voor de grote instituties. De kleinere initiatieven voldoen vaak van nature aan de regels. Voor hen moeten bepaalde regels opschaling stimuleren. Klein wordt het nieuw groot. Regelgeving zou dan moeten zitten tussen lobby en leren.
Infrastructuur
De overheid als snelweg naar duurzaamheid
Infrastructuur gaat over het regelen van een hele keten, van productie tot consumentengedrag. De keuzemogelijkheden voor de consument moet teruggedrongen worden. Duurzame wetgeving, nu optioneel, moet de norm worden. Duurzaamheid moet geen elitaire business zijn, maar mainstream. Dat vraagt om een verschuiving van de normen van de overheid en convenanten.
Educatie
IQ, EQ en… SQ (Sustainability Quotient)
Duurzaamheid mainstream maken kan niet zonder het de jongste generatie bij te brengen. Hoe dat er uit kan zien? In het basisonderwijs gaan we spelenderwijs meer leren over alle facetten van duurzaamheid. Op middelbaar onderwijs komt een vak ‘duurzaamheid’ en integreren we duurzaamheid in de andere vakken. Schooluitjes spelen in op educatie over duurzaamheid. Zo brengen we langzaam de SQ in, naast IQ en EQ: de Sustainability Quotient.
Hoe deze ambitieuze ideeën en de interessante discussies gedurende de avond worden opgevolgd, zal door NL Duurzamer de komende tijd worden uitgewerkt. Geïnteresseerd? Wordt lid van de LinkedIn groep van de Duurzaamheids Dialoog. Of neem contact op met Veronique Swinkels of Wijnand Duijvendak via de receptie van BBK/Door Vriendschap Sterker en Triple Turnaround op telefoonnummer 020-3059444.
Na een warm welkom van Veronique Swinkels, gastvrouw van deze 15e editie van de Duurzaamheids Dialoog, trapt Wijnand Duyvendak de avond af.
Wijnand Duijvendak (o.a. Triple Turnaround & NL Duurzamer) schetst het bredere perspectief van de positie van ‘duurzaamheid’ in Nederland. In ons land ligt duurzaamheid inmiddels op één lijn met ‘het zelf doen’, wat past in een trend die al langere tijd in bredere samenleving aan de gang is. Alles wat er rondom duurzaamheid te doen is bereikt nauwelijks het politieke domein. Er wordt niet langer gewacht op de politiek of op de regelgeving om toe te werken naar duurzaamheid. De ‘duurzame golf’ zet zich voort, zelfs ondanks de crisis. Bedrijven zetten het op hun agenda, gemeentes werken naar een minder milieubelastend beleid en er zijn velen bewonersgroepen die samen iets ondernemen op het gebied van bijvoorbeeld duurzame energie. Maar alle losse initiatieven weten nog niet die breedte te bereiken die nodig is om daadwerkelijk onze impact op het milieu te verlagen. De vraag die voor ons ligt, stelt Wijnand, is: Hoe kunnen we vanuit de waarde van die initiatieven, zonder hun karakteristieken te veranderen, een bredere groep betrekken en de impact van de beweging uit te breiden naar economische en maatschappelijke invloed die ook voelbaar wordt op nationaal en internationaal bestuurlijk niveau. Dit is essentieel om echt een doorbraak te realiseren.
Jan Paul van Soest (de Groene Zaak) neemt het stokje over. Hij opent met de verrassende mededeling dat hij vanavond de partypooper is. Hij stelt: De impact van de mens is enorm. De tipping point zou zomaar bereikt kunnen zijn. En de effecten die het gevolg zijn van ons handelen, kunnen we niet op eenzelfde manier terugdraaien. Dit brengt zorgen en grote verantwoordelijkheden met zich mee. “Ik zie niet hoe al die mooie initiatieven kunnen leiden tot de verandering die nodig is”. Hij licht dit toe met de complexiteit van ons huidige systeem; Het emissiehandelsysteem zorgt ervoor dat als je hier een bijdrage levert, dat het ergens anders teniet wordt gedaan. Dat geldt bijvoorbeeld voor zonnepanelen. Daarom moeten we van de individuele acties en initiatieven de norm maken. We moeten van microperspectief naar macroperspectief. Maar wat kunnen we doen naast alle goede individuele initiatieven om de enorme macroverandering te realiseren.
En hoe staat het dan met de consument in dit verhaal? Hoe brengen we hen in beweging? Sibolt Mulder (TNS NIPO) laat zien dat dat lang niet eenvoudig is. De mens wordt geleid door gewoonten, emoties en impulsen. Als we gedrag willen veranderen moeten we de cirkel van routinegedrag doorbreken en aansluiten bij hun normen en waarden. Mensen zullen namelijk eerder gedrag vertonen wat al aansluit bij hun huidige gedrag. Maar men moet ook overtuigd zijn dat het nieuwe gedrag echt werkt. Bovendien moeten barrières die het gedrag bemoeilijken worden opgeruimd. Met andere woorden: een groeistrategie vereist een combinatie van deel strategieën.
We beginnen met de kleine groep die al zo goed bezig is, stelt Sibolt. Van hieruit kijken we of we meerdere schakels in een keten kunnen betrekken. Hiervoor moeten we mensen en partijen verleiden en samen tot oplossingen komen. Barrières moeten we zoveel mogelijk opheffen. Producent, inkoper, dienstverlener, adviescentrum, verkoper en handhaving moeten uiteindelijk op één lijn zitten. Als we niet naar deze ketensamenwerking gaan, wordt het streven van de ene partij altijd teniet gedaan door een andere partij. Dit organiseren is de klus waar we nu voor staan. Partijen die de keten het beste kunnen organiseren kunnen nieuwe ontwikkelingen echt mogelijk maken.
Na de drie presentaties volgt een scherpe recapitulatie: we stevenen af op een zogenaamde ‘ecocide’; de niet meer terug te draaien misdaad die we dreigen te begaan als het om het voortbestaan van onze huidige aarde gaat. Zo stelt Veronique Swinkels. De vraag waarmee zij de deelnemers in 5 groepen verdeelt luidt dan ook: Hoe voorkomen we dit en gaan we van niche (wat de duurzaamheidssector nog steeds is) naar mainstream (de duurzaamheidssectorals dominante factor in de totale economie en maatschappij)?
Iedere groep ging aan de slag met een van de onderdelen (financieel-economisch, regelgeving, infrastructuur, educatie, houding van de sector) waarvoor zij twee vragen beantwoordt: Tegen welke barrières lopen de individuele spelers aan? En: Welke collectieve veranderingen zijn nodig om deze barrières effectief aan te pakken? Hieronder de uitkomsten.
Financieel economisch
Het afkeurmerk
Als voorbeeld is het keurmerk voor fairtrade chocolade genomen. Het keurmerk dat eigenlijk in alle facetten van de voedselbranche terug te vinden is. Nu geldt een keurmerk voor chocolade als het ‘fair’ geproduceerd is. Deze ‘uitzondering’ moet de norm worden en de ‘slechte alternatieven’ moeten de uitzondering worden. We moeten van keurmerken naar ‘afkeurmerken’.
Regelgeving
Klein is het nieuwe groot
Moet regelgeving er zijn om koplopers te ondersteunen of om achterlopers bij de les te houden? Regelgeving moet in ieder geval innovatie stimuleren. De kleine initiatieven die overal opduiken kunnen worden gezien als het genieten van wat er mogelijk is. Daar tegenover staat dat bepaalde regels en verplichtingen nodig zijn, zeker voor de grote instituties. De kleinere initiatieven voldoen vaak van nature aan de regels. Voor hen moeten bepaalde regels opschaling stimuleren. Klein wordt het nieuw groot. Regelgeving zou dan moeten zitten tussen lobby en leren.
Infrastructuur
De overheid als snelweg naar duurzaamheid
Infrastructuur gaat over het regelen van een hele keten, van productie tot consumentengedrag. De keuzemogelijkheden voor de consument moet teruggedrongen worden. Duurzame wetgeving, nu optioneel, moet de norm worden. Duurzaamheid moet geen elitaire business zijn, maar mainstream. Dat vraagt om een verschuiving van de normen van de overheid en convenanten.
Educatie
IQ, EQ en… SQ (Sustainability Quotient)
Duurzaamheid mainstream maken kan niet zonder het de jongste generatie bij te brengen. Hoe dat er uit kan zien? In het basisonderwijs gaan we spelenderwijs meer leren over alle facetten van duurzaamheid. Op middelbaar onderwijs komt een vak ‘duurzaamheid’ en integreren we duurzaamheid in de andere vakken. Schooluitjes spelen in op educatie over duurzaamheid. Zo brengen we langzaam de SQ in, naast IQ en EQ: de Sustainability Quotient.
Hoe deze ambitieuze ideeën en de interessante discussies gedurende de avond worden opgevolgd, zal door NL Duurzamer de komende tijd worden uitgewerkt. Geïnteresseerd? Wordt lid van de LinkedIn groep van de Duurzaamheids Dialoog. Of neem contact op met Veronique Swinkels of Wijnand Duijvendak via de receptie van BBK/Door Vriendschap Sterker en Triple Turnaround op telefoonnummer 020-3059444.